Je kunt stoofperen in bessensap (met een kaneelstokje) koken, maar het geheim van onze oma is glühwein. Koop je roodkokende stoofperen zoals bijvoorbeeld Gieser Wildeman, dan zien ze er ook nog eens prachtig uit.
Wat heb je nodig voor tipsy stoofperen?
– 1 fles rode wijn
– 1 citroen
– 1 kilo stoofperen
– 6 kruidnagels
– 1 kaneelstokje
– suiker
Hoe maak je de stoofperen klaar?
Wil je hele peertjes koken (ziet er het mooiste uit om op te dienen) snijd de peer tijdens het schillen dan niet in stukken en laat ook het steeltje (en klokhuis) zitten. Vul een ruime pan met de rode wijn, 50 gram fijne suiker, het kaneelstokje. Leg de stoofperen in de pan en zorg ervoor dat ze voor het grootste deel onder staan. Snijd de citroen doormidden en prik in de schil van één van de helften de kruidnagels. Leg deze citroen tussen de peertjes. Breng het geheel aan de kook en laat het enige tijd rustig pruttelen. De peren zijn gaar wanneer ze donkerrood van kleur zijn en ze zacht zijn wanneer je er in prikt.
Je kunt met nog wat suiker (naar smaak) de wijn verder in laten koken na het verwijderen van de peertjes. Zo maak je een lekkere siroop voor over de peren.
Stoofperen zijn heerlijk bij stoofvlees of hazenpeper. Maar ook met een bolletje ijs (bijvoorbeeld notenijs) een supertoetje om te serveren.
